-
1 uitdaging aannemen
v. toe the line -
2 een uitdaging aannemen
een uitdaging aannemen -
3 een uitdaging aannemen
een uitdaging aannemenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een uitdaging aannemen
-
4 uitdaging
♦voorbeelden:een uitdaging aan de wetenschap • un défi à la sciencedie nieuwe baan is voor haar een uitdaging • son nouvel emploi constitue une gageure pour elle -
5 uitdaging
-
6 défi
défi [deefie]〈m.〉♦voorbeelden:lancer un défi à qn. • iemand uitdagenrelever le défi • de uitdaging aannemenje te mets au défi de faire mieux • ik wed dat je het niet beter kuntil l'a fait par défi • hij heeft het gedaan om te provocerenm -
7 bluff
adj. bruusk en openhartig, simpel--------n. steile oever, klif; blufbluff1[ bluf] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 hoge, steile oever ⇒ steile rotswand, klif2 bluf♦voorbeelden:1 call one's bluff • iemand tarten/uitdagen (zijn woorden waar te maken/iets (dan ook) te doen); iemands uitdaging aannemen————————bluff2〈bijvoeglijk naamwoord; bluffness〉1 kortaf maar oprecht/openhartig ⇒ bruusk/plompverloren maar ronduit/eerlijk♦voorbeelden:————————bluff3II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 misleiden ⇒ bedriegen, doen alsof♦voorbeelden:2 bluff one's way out of a situation • zich (door bluf/bedrog) uit een (precaire) situatie redden〈 informeel〉 bluff it out • zich door bedrog/bluf eruit redden -
8 call one's bluff
iemand tarten/uitdagen (zijn woorden waar te maken/iets (dan ook) te doen); iemands uitdaging aannemen -
9 gant
gant [gã]〈m.〉♦voorbeelden:gants d'ouvrier, gants de protection • werkhandschoenengants de peau • leren handschoenengant de toilette • washandje〈 figuurlijk〉 ramasser, relever le gant • de handschoen opnemen, de uitdaging aannemen→ mainm -
10 relever le défi
relever le défi -
11 ramasser, relever le gant
ramasser, relever le gantde handschoen opnemen, de uitdaging aannemenDictionnaire français-néerlandais > ramasser, relever le gant
-
12 Fehdehandschuh
Fehdehandschuh〈m.〉 〈 formeel〉♦voorbeelden:¶ den Fehdehandschuh aufheben, aufnehmen • de handschoen opnemen, de uitdaging aannemenjemandem den Fehdehandschuh hinwerfen, ins Gesicht schleudern, vor die Füße werfen • iemand de handschoen toewerpen, uitdagen -
13 take on
aannemen; op zich nemen; het opnemen tegen, voor zijn rekening nementake on♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский